Zwaargewonden

( door Dirk Vander Hulst )

De menselijke schade aan boord van het vliegtuig is intussen aanzienlijk. De twee flankschutters, Otto Carbone en Lee Taylor, worden zwaar gewond op het ogenblik dat het vliegtuig onder vuur komt te liggen. Carbone getuigt: ” We waren alleen en lagen onder vuur toen ik en Taylor gelijktijdig gewond raakten. Mijn eerste woorden nadat ik werd geraakt waren: ‘Shit, you had to come where I was standing (pratende tegen de kogel)’! De kogel sloeg me tegen de wand van het vliegtuig. Op dat ogenblik was ik aan het vuren op een Fw-190 aan mijn zijde en de kogelregen kwam vanuit Taylors kant. Ik zag Taylor de handen in de lucht steken alsof hij ten teken gaf ‘no more’, waarop hij tegen de bodem van het vliegtuig viel. Daarbij raakten onze intercom -en zuurstofverbindingen losgekoppeld. Na Taylors verbindingen en de mijne te hebben hersteld, vuurde ik de beide mitrailleurs “. Carbone bericht de piloot dat zowel Taylor als hij gewond zijn en dat Taylor hulp nodig heeft, hulp die hijzelf niet kan bieden.

Bommenrichter Henry J. Latimore en radio-operator Royce V. Colby komen ter hulp. Colby ontfermt zich over Carbone: ” S/Sgt. Carbone had een kleine kogelwonde onder het rechter schouderblad”. Carbone lijdt ondraaglijk veel pijn en Colby kan onmogelijk weten dat de 13 mm kogel via de rechterschouder dwars doorheen de borstholte is gereisd tot in de lage rug. “Ik gaf Carbone op zijn minst vier morfine inspuitingen, terwijl een andere officier, genaamd Latimore, Sergeant Taylor verzorgde door een groot verband omheen diens middel te leggen”.

Latimore vertelt: ” Taylor was gekwetst in de buik en de billen”. De ongelukkige heeft een gapende buikwonde, het verfoeide effect van een ‘20 mm shell’ (explosieve kogel). Latimore bericht Lanning via de ‘interphone’dat Taylor de schok bij het opengaan van zijn valscherm wellicht niet zal overleven. Lanning denkt dat hij nog bekwaam is het toestel ergens op een vliegveld in België aan de grond te zetten.

Volgende: Springen